Het eigendomsrecht is het rechtsgebied waar iedereen het meeste mee heeft te maken. Misschien zelfs iedere dag. Bij iedere koop of verkoop heeft u te maken met het eigendomsrecht. Zo ook met schenking en ruilen. Alles lijkt heel vanzelfsprekend betreffende het eigendomsrecht. Het is echter toch interessant om er eens dieper op in te gaan.
Het eigendomsrecht heeft betrekking op het recht van eigendom van roerende en onroerende zaken. Maar wat is eigendom eigenlijk?
In artikel 5:1 van het Burgerlijk wetboek is eigendom omschreven. Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Als persoon wordt gezien een drager van rechten en plichten. Niet enkel een natuurlijk persoon, maar ook een rechtspersoon (B.V., N.V.) wordt als persoon gezien.
Eigendom heeft uitsluitend betrekking op een zaak. In artikel 3:2 van het Burgerlijk wetboek wordt zaak omschreven als een stoffelijk object die voor menselijke beheersing vatbaar is. Ofwel er moet sprake zijn van concreetheid en tastbaarheid. Zaken worden onderverdeeld in roerende zaken en onroerende zaken. In artikel 3:3 van het Burgerlijk wetboek is omschreven wat er valt onder een onroerende zaak. Hierbij moet gedacht worden aan een woning, een stuk grond of een bedrijfspand. Roerende zaken zijn alle zaken die geen onroerende zaak zijn. Daarbij kunt u denken aan meubels, een auto, gas, elektriciteit, aandelen en obligaties.
Onder het meest omvattende recht wordt verstaan dat u er de beschikking over heeft en er het genot van heeft. U mag het dus gebruiken en er ook het plezier van hebben.
De kenmerken van het eigendomsrecht zijn:
Op het eigendomsrecht kunnen een drietal beperkingen rusten, namelijk: door rechten van anderen, door wettelijke voorschriften en door regels van het ongeschreven recht.
Bij rechten van een ander dient u te denken aan dat de eigenaar zelf zijn rechten afstaat aan een ander (bijvoorbeeld verhuur, hypotheekrecht, vruchtgebruik).
Bij wettelijke voorschriften moet worden gedacht aan vergunningen. Je mag niet doen met de grond wat je zelf wil. Om er bijvoorbeeld op te bouwen zal hiervoor een vergunning moeten worden aangevraagd.
Bij regels van ongeschreven recht moet worden gedacht aan dat je met je eigendom geen hinder mag toebrengen.
Inmiddels is bekend wat het eigendomsrecht inhoudt en welke beperkingen er op kunnen rusten. Maar hoe kan het eigendomsrecht worden verkregen.
Op verschillende manieren kan eigendom worden verkregen: zaakvorming, natrekking, vermenging, overdracht, toe-eigening, vinderschap, schatvinding, vruchttrekking, verjaring en aanwas.
Onder zaakvorming wordt verstaan dat diegene die een zaak maakt, eigenaar wordt. In artikel 5:16 van het Burgerlijk wetboek is aangegeven: een fabrikant die van zijn eigen grondstoffen en/of halffabricaten eindproducten vervaardigt, verwerft daarvan ook de eigendom.
Indien de grondstoffen ofwel oorspronkelijke zaak geen eigendom is van diegene die het product gaat bewerken - waardoor de nieuwe zaak ontstaat - wordt toch diegene die het bewerkt eigenaar van de nieuwe zaak mits de kosten van de vorming van de nieuwe zaak hoger zijn dan de grondstoffen.
Onder natrekking wordt verstaan dat bijvoorbeeld indien een nieuw onderdeel in een zaak wordt geplaatst dit nieuwe onderdeel door natrekking eigendom wordt van de eigenaar van de zaak.
Onder vermenging wordt verstaan dat meerdere zaken één zaak worden door vermenging of samensmelting. Wie er eigenaar wordt ligt aan de vermenging. Indien 2 zaken vermengen maar duidelijk is dat één van de 2 bestanddelen als hoofdzaak moet worden gezien wordt degene die hiervan eigenaar was, eigenaar van het geheel. Indien beide zaken gelijk zijn en niet één zaak als hoofdzaak kan worden gezien, worden beide eigenaren voor gelijke delen eigenaar van de nieuwe zaak.
De meest voorkomende vorm is overdracht. Heel zwart wit gezien is het bijvoorbeeld ontvangen van het goed, bijvoorbeeld het pakket. Echter, voordat er een juridisch overdracht plaatsvindt, dient er te zijn voldaan aan een rechtsgeldige titel, de overdrager moet beschikkingsbevoegd zijn en er dient een leveringshandeling plaats te vinden.
Vaak zie je dat de rechtsgeldige titel koop is. Andere mogelijkheden zijn: schenking, ruil, legaat of rechterlijk bevel. De overdrager dient daarnaast bevoegd te zijn om het goed bijvoorbeeld te verkopen. Als leveringshandeling zie je vaak afgifte van de zaak. Als voorbeeld: een pak melk bij de Albert Heijn. De titel is koop. De Albert Heijn is bevoegd om de pak melk te verkopen en de leveringshandeling betreft het meegeven van de pak melk door de Albert Heijn en het meenemen door u van de pak melk. Bij sommige zaken zijn nog aanvullende leveringsvereisten, zo dient bijvoorbeeld de levering van een woning of auto te worden ingeschreven. Dan pas vindt de levering plaats. Indien aan één van de voorwaarden niet is voldaan, vindt er geen overdracht plaats. Een uitzondering hierop is dat indien de vervreemder (degene waar de zaak van was) achteraf beschikkingsonbevoegd blijkt te zijn, maar de verkrijger (degene die de zaak heeft gekregen/gekocht) dit niet had kunnen weten en dus te goeder trouw was.
Indien hierheen wordt gekeken, is vaak de vraag en de koopprijs dan. De koopprijs maakt geen onderdeel uit van de overdracht. Er kan dus wel degelijk overdracht plaatsvinden desondanks de koper de koopprijs nog niet heeft betaald. De verkoper heeft dan nog een vordering op de koper echter de eigendom is overgegaan.
Indien iemand een onroerend goed waarvan hij geen eigenaar is gedurende 10 jaar bezit, verkrijgt deze de eigendom van het onroerend goed indien hij te goeder trouw was. Te goeder trouw wordt hier uitgelegd als dat hij in de veronderstelling was dat hij de eigenaar was en dit redelijkerwijs ook mocht denken. Wanneer er sprake is van niet te goeder trouw, vindt er pas na 20 jaar eigendomsverkrijging over door verjaring. 20 jaar lang heeft dan namelijk de werkelijke eigenaar de mogelijkheid om zijn eigendom terug te vorderen. Doet hij dit niet dan verjaart het en wordt de feitelijke bezitter de eigenaar.