Op een regenachtige ochtend fietst de 17-jarige Mark vanuit zijn woonplaats Eersel naar het Pius X college in Bladel. Omdat hij te laat van huis is weggefietst, besluit hij in Hapert het voor hem geldende rood licht uitstralende verkeerslicht te negeren, en het kruispunt zonder goed te kijken over te steken. Automobiliste Annie, voor wie het verkeerslicht op groen staat, ziet Mark te laat; het komt tot een aanrijding met bijzonder ernstige gevolgen. Mark ligt met ernstig hersenletsel gedurende twee maanden in het ziekenhuis, waarvan hij tien dagen in coma is. Vervolgens moet Mark gedurende vier maanden vier maal per week naar een revalidatiecentrum. Hierdoor moet Mark uiteindelijk zijn eindexamenjaar van het VWO overdoen.
Annie is aansprakelijk voor tenminste de helft van de schade. Wanneer iemand in Nederland in een gemotoriseerd voertuig een voetganger of fietser aanrijdt, is diegene in principe gehouden tenminste de helft van de schade van de voetganger of fietser te vergoeden. Deze regel geldt ook indien het slachtoffer door rood licht is gereden, zoals in het geval van fietser Mark. Indien de automobilist zelf ook een verkeersfout heeft gemaakt (bijvoorbeeld door te hard te rijden) of het slachtoffer bijzonder ernstig letsel heeft zoals Mark, kan het zelfs zo zijn dat de automobilist uiteindelijk meer dan de helft van de schade of zelfs de gehele schade van de fietser of voetganger die een rood licht heeft genegeerd, moet vergoeden. Volledigheidshalve wordt hierbij opgemerkt dat uiteindelijk de verzekeringsmaatschappij waarbij de auto verzekerd is, de schadevergoeding betaalt.
Door een verkeersongeval kunnen vele schadeposten ontstaan. Gedacht kan worden aan:
Naast deze “tastbare”, direct op geld waardeerbare schade (ook wel materiële schade genoemd) kan een slachtoffer ook aanspraak maken op immateriële schade. De vergoeding van deze schade wordt ook wel smartengeld genoemd. Een immateriële schadevergoeding heeft als doel om het slachtoffer een stukje genoegdoening te geven voor het leed dat hem is aangedaan. Het smartengeld in Nederland is relatief laag; verwacht dus geen Amerikaanse toestanden met vergoedingen van vele duizenden c.q. miljoenen euro’s. Het is slechts een pleister op de wond.
Het is verstandig pas een definitieve regeling van de schade te treffen, zodra er sprake is van een medische eindsituatie. Hiervan is sprake zodra duidelijk is dat het slachtoffer niet meer beter zal worden dan hij of zij op dat moment is, en ook niet slechter. Er moet dus sprake zijn van een stabiele medische toestand, met een duidelijk verwachtingspatroon voor de toekomst. Dit kan soms jaren duren. In letselschadezaken waarin de totale schade behoorlijk is, of waarvan wordt verwacht dat een medische eindsituatie nog lang op zich zal laten wachten, is het gebruikelijk dat door de verzekeraar een voorschot op de schadevergoeding wordt verstrekt.
Verzekeraars van een aansprakelijke partij willen vaak graag snel een regeling met u treffen. Tref nooit een regeling voordat u geadviseerd bent door een gespecialiseerde letselschade advocaat. Hij of zij kan u met raad en daad bijstaan, en de kosten van de advocaat dienen – voor zover deze in verhouding staan met de schade die is geleden – te worden betaald door de (verzekeraar van de) aansprakelijke partij. Als u eenmaal een definitieve regeling heeft getroffen is het in de meeste gevallen niet mogelijk om naderhand nog een aanvullende schadevergoeding te ontvangen.