Volgens de wet ben je meerderjarig indien je de leeftijd van 18 jaar hebt bereikt. Op dat moment heb je geen toestemming meer nodig van de ouders om rechtshandelingen te verrichten. Rechtshandelingen zijn handelingen waardoor rechten en plichten ontstaan. Bijv. het kopen van een scooter.
Een minderjarige tot de leeftijd van 18 jaar heeft voor een heleboel handelingen toestemming nodig van zijn ouders. Bijv. hoe laat een kind thuis dient te komen en het kijken naar de televisie. Deze afspraken liggen in de pedagogische sfeer en zijn in de wet niet terug te vinden.
Dit wordt anders indien een minderjarig kind buiten de gezinssituatie om rechtshandelingen verricht en er dus rechten en plichten bestaan zowel voor de minderjarige als ook voor de andere partij. Hieronder vallen het kopen van producten, het lenen van geld, het boeken van een reis. In strikter zin is voor al deze handelingen toestemming nodig van de ouders. In de praktijk leidt dit onder omstandigheden tot onaanvaardbare situaties. Als een kind bijv. in een snackbar friet en ijs bestelt, dan wordt ervan uitgegaan dat het kind hiervoor automatisch toestemming heeft van zijn ouders. Het gaat dan om kleine dagelijkse uitgaven voor eten en drinken, kleding, bioscoop en treinkaartjes.
Gaat het echter om de aankoop van zaken met grote financiële gevolgen, zoals het aanschaffen van een scooter, dan ligt het anders. De winkelier mag er dan niet op vertrouwen dat een minderjarige kind hiervoor de toestemming heeft van de ouders. Hij zal dit na moeten gaan en bij twijfel of het ontbreken van toestemming de koop moeten weigeren. Indien de verkoper tocht de scooter aan het minderjarige kind levert, dan kan de betreffende ouder de rechtshandeling ongedaan maken. De ouder kan een verklaring schrijven aan de betreffende winkelier dat hij geen toestemming heeft gegeven voor het sluiten van de overeenkomst, waarna de scooter teruggegeven dient te worden en het aankoopbedrag teruggestort dient te worden. Indien de verkoper hier niet mee akkoord gaat, kan de ouder naar de rechter gaan om de overeenkomst te laten ontbinden. Dit geldt voor alle zaken waarbij de winkelier dient te beseffen dat de financiële gevolgen dusdanig groot zijn dat hij niet alleen op het gedrag van een minderjarig kind mag afgaan.
Een minderjarige van 16 jaar of ouder kan een arbeidsovereenkomst aangaan. Is de minderjarige jonger dan 16 jaar dan kan hij met toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger een arbeidsovereenkomst aangaan. Let op, indien deze minderjarige gedurende 4 weken zonder verzet van zijn wettelijk vertegenwoordiger arbeid heeft verricht, wordt het gelijkgesteld met een toestemming van die vertegenwoordiger. Als er eenmaal een arbeidsovereenkomst met een minderjarige tot stand is gekomen dan zijn alle bepalingen uit een arbeidsovereenkomst ook geldig voor de minderjarige. Een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst kan overigens slechts met een meerderjarige werknemer worden afgesloten en voor werknemers tot 23 jaar geldt het minimum jeugdloon.